ECLI:NL:RBDHA:2021:16911
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming en recht op rechtsbijstand in vreemdelingenzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan de eiser de maatregel van bewaring was opgelegd. Eiser had beroep ingesteld tegen dit besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moest worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet adequaat was geïnformeerd over zijn recht op rechtsbijstand tijdens het gehoor voor inbewaringstelling. Dit gebrek in de procedure leidde tot de conclusie dat de inbewaringstelling van eiser onrechtmatig was. De rechtbank heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de maatregel van bewaring opgeheven en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.500,- aan eiser, alsook de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 748,-. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de belangenafweging in het voordeel van eiser uitviel, gezien het ernstige gebrek in de rechtsbijstand.