Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling met de Belarussische nationaliteit. De eiser, die stelt van Belarussische afkomst te zijn, heeft tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 8 oktober 2021, hield in dat de maatregel van bewaring werd opgelegd op basis van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring noodzakelijk is voor het vaststellen van de identiteit en nationaliteit van de eiser, en voor het verkrijgen van gegevens die essentieel zijn voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting naar Belarus is, gezien de verstoorde diplomatieke relaties en de EU-sancties. De rechtbank kon deze stelling echter niet volgen, omdat de eiser geen concrete aanknopingspunten had aangedragen om zijn bewering te onderbouwen.
Daarnaast voerde de eiser aan dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend had gehandeld in de procedure. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris wel degelijk voortvarend had gehandeld, onder andere door het uitvoeren van een onderzoek naar de identiteit van de eiser door middel van het uitlezen van zijn telefoon. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, waarbij ook geen aanleiding werd gezien voor een proceskostenveroordeling.