Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.15223 en NL21.15171, waarbij de rechtbank de beroepen van eiser ongegrond heeft verklaard. Eiser, die stelt de Vietnamese nationaliteit te hebben, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een maatregel van bewaring die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waren opgelegd. Het terugkeerbesluit, dat op 21 september 2021 was genomen, bevatte een inreisverbod voor de duur van twee jaar en een maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser betwistte de duidelijkheid van het terugkeerbesluit, omdat er meerdere opties waren aangekruist voor het land van terugkeer. De rechtbank oordeelde echter dat het voor eiser ondubbelzinnig duidelijk was dat hij naar Vietnam moest terugkeren, ondanks de vermelding van een derde optie. De rechtbank stelde vast dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet waren betwist door eiser, en concludeerde dat de beroepen ongegrond waren. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.