Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling met Jamaicaanse nationaliteit. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. S. de Schutter, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 30 oktober 2021 de maatregel van bewaring heeft opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij de eiser aanwezig was en werd bijgestaan door een tolk, mevrouw P. Berry.
De rechtbank heeft overwogen dat de eiser zich gedurende een lange periode aan het toezicht heeft onttrokken en dat er voldoende gronden zijn om de maatregel van bewaring te handhaven. De eiser betwistte de rechtmatigheid van zijn aanhouding en stelde dat het proces-verbaal van aanhouding ontbrak, maar de rechtbank concludeerde dat dit proces-verbaal wel degelijk deel uitmaakte van het dossier. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico op onttrekking aan het toezicht, voldoende gemotiveerd zijn door de verweerder.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.