ECLI:NL:RBDHA:2021:16813
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en verweerder. Eiser, geboren in 1979 en van Costa Ricaanse nationaliteit, had een terugkeerbesluit en een inreisverbod opgelegd gekregen. Het terugkeerbesluit was op 20 mei 2021 genomen, met een vertrektermijn van 28 dagen, en het inreisverbod volgde op 23 juni 2021 voor de duur van twee jaar. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het terugkeerbesluit, maar is niet verschenen op de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen gronden heeft aangevoerd tegen het terugkeerbesluit en heeft dit beroep ongegrond verklaard. Echter, eiser heeft wel gronden aangevoerd tegen het inreisverbod, stellende dat hij rechtmatig verblijf heeft vanwege zijn Poolse echtgenote en een aanvraag voor een verblijfsvergunning in Polen. Verweerder heeft ter zitting erkend dat het inreisverbod niet kan standhouden, wat de rechtbank heeft geleid tot de beslissing om het inreisverbod te vernietigen. De rechtbank heeft het beroep tegen het inreisverbod gegrond verklaard en het inreisverbod vernietigd, terwijl het beroep tegen het terugkeerbesluit ongegrond werd verklaard. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.