ECLI:NL:RBDHA:2021:16801

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.16033 en NL21.16035
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 november 2021 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL21.16033 en NL21.16035. Verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. S.B. Kleerekooper, hadden een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen na de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen waren op 6 oktober 2021 niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoekers.

De voorzieningenrechter heeft op 28 oktober 2021 de verzoeken behandeld, waarbij ook andere zaken (NL21.16032 en NL21.16034) aan de orde kwamen. Tijdens de zitting waren de verzoekers aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk, mevrouw L. Pomper. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar, heeft zich laten horen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de bodemzaken, een voorlopige voorziening niet meer nodig was en heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de Staatssecretaris wel veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de verzoekers, vastgesteld op € 1.496,-. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.16033 en NL21.16035

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] en [verzoekster] , verzoekers

V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. S.B. Kleerekooper), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluiten van 6 oktober 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL21.16032 en NL21.16034, op 28 oktober 2021 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw L. Pomper. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.16032 en NL21.16034, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van
€ 748,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Bazaz, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
08 november 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.