ECLI:NL:RBDHA:2021:16792
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.H. Lange
- E. Mulder
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.J. Dijkman, had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 29 september 2021, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.
De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar is niet verschenen op de zitting van 26 oktober 2021, waar het verzoek samen met een andere zaak (NL21.15809) werd behandeld. De gemachtigde van de verweerder, mr. M.K. Ruijzendaal, was wel aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak (NL21.15809), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.