Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
dinsdag 12 oktober 2021 te 11:00 uur
Rechtbank Den Haag
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 24 september 2021, is het verzoek van TSG Netherlands B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [de werknemer] aan de orde. TSG heeft het verzoek ingediend op basis van de e-grond, verwijzend naar ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. De werknemer, die sinds 1996 in dienst is, heeft jarenlang onjuist gewerkte uren geregistreerd, wat heeft geleid tot onterecht ontvangen loon. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 augustus 2021 heeft TSG haar bevindingen gepresenteerd, waaruit blijkt dat de werknemer regelmatig privé-activiteiten heeft opgegeven als gewerkte uren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer in maart 2021 heeft erkend dat hij niet-werkgerelateerde activiteiten heeft uitgevoerd tijdens werktijd, maar dat dit niet als ernstig verwijtbaar wordt beschouwd. De kantonrechter heeft TSG toegelaten tot bewijslevering over de jaren 2019 en 2020, om te onderzoeken of er een patroon van onjuiste opgaven is geweest. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering, waarbij de partijen zijn uitgenodigd om getuigen op te geven.