Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker],
1.De procedure
- het op 23 november 2020 ingekomen verzoekschrift,
- twee brieven van mr. Vlieger van 21 januari 2021 met producties 9 tot en met 12.
- mr. J.S. Vlieger,
- de heer I.J. [bewindvoerder] ,
- de heer G. [verzoeker] ,
- mevrouw [naam ambulant begeleidster] , ambulant begeleidster van [verzoeker] ,
- mr. N.M. Hekkema, kandidaat-notaris.
3.Oprichtingsgebrek, artikel 2:21 lid 1-a BW?
4.Als [verzoeker] toch crediteuren mocht hebben benadeeld
5.De beslissing
- ontbindt de BV met onmiddellijke ingang op grond van het bestaan van een oprichtingsgebrek als bedoeld in artikel 2:21 lid 1 aanhef en onder a BW;
- verstaat dat van aan de BV toebehorende baten niet gebleken is;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- bepaalt dat de griffier aan de registers waar de BV is ingeschreven opgaaf zal doen van deze beslissing.