ECLI:NL:RBDHA:2021:16774
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.G. Nicholson
- L.Y. Wong
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na ongegrondverklaring beroep
Op 3 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker van Angolese nationaliteit, die een voorlopige voorziening had aangevraagd na de intrekking van zijn verblijfsvergunning en de oplegging van een inreisverbod door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het primaire besluit, genomen op 3 september 2020, hield in dat de verblijfsvergunning van verzoeker per 16 februari 2016 werd ingetrokken en dat hij een inreisverbod van tien jaar kreeg opgelegd. Dit besluit werd bevestigd in het bestreden besluit van 25 januari 2021, waarin het bezwaar van verzoeker ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 13 september 2021 heeft verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat in een andere uitspraak van dezelfde datum (zaaknummer: AWB 21/516) het beroep van verzoeker ongegrond is verklaard. Gezien deze beslissing in de hoofdzaak was er geen grond meer voor het treffen van de verzochte voorlopige voorziening, waardoor het verzoek werd afgewezen.
Daarnaast heeft verzoeker verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de voorzieningenrechter werd toegewezen, omdat verzoeker aan de voorwaarden voor vrijstelling voldeed. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J.G. Nicholson, in samenwerking met griffier mr. L.Y. Wong, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.