Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.15221 en NL21.15222, waarbij eiser, een Albanese vreemdeling, in beroep ging tegen de opgelegde maatregel van bewaring door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was opgelegd op basis van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf, dat voortkwam uit een staandehouding op 17 september 2021. Eiser stelde dat de maatregelen onrechtmatig waren en vroeg om schadevergoeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 30 september 2021 is opgeheven, maar dat dit niet betekent dat de vraag naar schadevergoeding niet meer relevant is. De rechtbank heeft de gronden van de bewaring beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende basis was voor de maatregel, gezien de verdachte vaarroute van het vaartuig waarop eiser zich bevond en de omstandigheden rondom de staandehouding. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had gehandeld op basis van de informatie die beschikbaar was op het moment van de staandehouding.
Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de rechtmatigheid van de bewaring in twijfel trokken. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.