ECLI:NL:RBDHA:2021:16612

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
AWB 21/1796
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens gebrek aan bezwaargronden

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij haar bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk is verklaard. Het besluit waartegen bezwaar is gemaakt, werd op 6 januari 2021 bekendgemaakt, en eiseres diende op 18 januari 2021 een pro-forma bezwaarschrift in zonder bezwaargronden. De Staatssecretaris heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de gronden van bezwaar in te dienen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Eiseres stelt dat de gronden van bezwaar wel zijn ingediend, maar dat deze niet aangetekend zijn verstuurd, waardoor er geen bewijs is van tijdige indiening.

De rechtbank heeft overwogen dat het de verantwoordelijkheid van eiseres is om tijdig de gronden van bezwaar in te dienen. Ondanks de medische situatie van eiseres, heeft de rechtbank geoordeeld dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gronden van bezwaar tijdig zijn ingediend. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is, die niet kan worden gewijzigd. Hierdoor heeft de rechtbank het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van eiseres kennelijk ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en de beslissing is op 27 september 2021 openbaar gemaakt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/1796

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , met v-nummer: [V-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Flipse),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
22 februari 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in bezwaar gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘bezwaargronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen bezwaargronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. In dit geval is het besluit van verweerder bekendgemaakt op 6 januari 2021. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 17 februari 2021 door verweerder ontvangen moeten zijn. Eiseres heeft binnen de termijn een zogenoemd pro-forma bezwaarschrift ingediend op 18 januari 2021. Dit bezwaarschrift bevatte geen gronden van bezwaar. Bij brief van 26 januari 2021 heeft verweerder eiseres hierop gewezen en in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de gronden van het bezwaar in te dienen, uiterlijk op 9 februari 2021. Eiseres heeft niet meer gereageerd op deze brief van verweerder.
4. Eiseres zegt dat de gronden van bezwaar wél zijn ingediend, maar dat deze niet aangetekend zijn verstuurd. Aldus is er geen bewijs dat de gronden van bezwaar daadwerkelijk zijn verstuurd. Volgens eiseres is er, gezien haar medische toestand, sprake van een bijzondere situatie. Verweerder had een belangenafweging moeten maken of met een oplossing moeten komen voor eiseres.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van eiseres, is het de verantwoordelijkheid van eiseres om tijdig de gronden van bezwaar in te dienen. De rechtbank overweegt dat eiseres niet met nadere stukken is gekomen om haar stelling te onderbouwen. Eiseres heeft daarmee niet aannemelijk gemaakt dat de gronden van bezwaar tijdig zijn ingediend. Dat eiseres de gronden van bezwaar niet aangetekend heeft verstuurd, komt voor haar rekening en risico. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, die door de rechtbank moet worden beoordeeld. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het bezwaar zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.