Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse asielzoeker. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Dogan, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 4 oktober 2021 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico is dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser betwistte de gronden voor de maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat de argumenten van eiser niet opgingen. De rechtbank concludeerde dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist en voldoende gemotiveerd zijn. Eiser voerde aan dat hij psychische klachten had en dat verweerder een lichter middel had moeten toepassen, maar de rechtbank oordeelde dat de medische zorg in het detentiecentrum gelijkwaardig is aan die in de vrije maatschappij en dat de klachten van eiser hem niet detentieongeschikt maken. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.