ECLI:NL:RBDHA:2021:16569
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na beslissing op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Somalische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 september 2021 niet-ontvankelijk was verklaard. Tegen dit besluit heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 oktober 2021, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H.J. Janse, en de heer M. Abdullahi als tolk aanwezig was. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. P.M.W. Jans.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels op het beroep is beslist in een andere zaak (NL21.14468), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.