ECLI:NL:RBDHA:2021:16554
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake terugkeerbesluit en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Turkse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 mei 2020, waarbij hem een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van tien jaar was opgelegd. Eiser stelde dat hij niet tijdig beroep had kunnen instellen omdat hij geen afschrift van het besluit had ontvangen en dat hij de Nederlandse taal niet machtig was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het tijdig indienen van zijn beroep en dat hij geen geldige redenen heeft aangevoerd voor de te late indiening. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift pas op 20 mei 2021 door de rechtbank is ontvangen, terwijl het uiterlijk op 23 september 2020 ingediend had moeten zijn. De rechtbank heeft ook overwogen dat eiser tijdens een eerder gehoor had aangegeven geen vreemdelingenadvocaat te hebben en dat hij had ingestemd met het toezenden van de beschikking aan zijn woonadres. De rechtbank concludeert dat er geen omstandigheden zijn die de te late indiening van het beroep rechtvaardigen. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.