ECLI:NL:RBDHA:2021:16541
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit dat aan eiseres, een Nieuw-Zeelandse, was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 juni 2021, waarin haar een terugkeerbesluit werd opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een zitting waarbij eiseres aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde, en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat het besluit van 27 juni 2021 geen nieuw besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het geen nieuwe rechtsgevolgen creëert ten opzichte van een eerder besluit van 24 maart 2011, dat ook al een terugkeerbesluit inhield. Eiseres had geen gevolg gegeven aan haar vertrekplicht die voortvloeide uit dat eerdere besluit. De rechtbank concludeert dat er geen procesbelang is voor eiseres, aangezien er slechts één terugkeerbesluit is opgelegd en er geen rechtsmiddel openstond tegen het besluit van 27 juni 2021. De overige geschilpunten behoeven geen verdere bespreking en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en er is een mogelijkheid voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.