ECLI:NL:RBDHA:2021:16536

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
5 juli 2022
Zaaknummer
AWB 21/963
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking van beroep in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 juli 2021, wordt het verzoek van verzoekster, een Turkse nationaliteit houder, om vergoeding van proceskosten behandeld. Verzoekster had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken, maar trok dit beroep in op 23 juni 2021. De reden voor de intrekking was dat haar procesbelang was komen te vervallen na de afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van gezinshereniging. Verzoekster verzocht om vergoeding van de proceskosten, maar de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om dit verzoek toe te wijzen.

De rechtbank overweegt dat op grond van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. Echter, in het geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan aan verzoekster is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten worden veroordeeld. De rechtbank stelt vast dat de mvv-aanvraag van verzoekster op 8 februari 2021 is ingewilligd, maar dit betekent niet dat het bestuursorgaan verzoekster is tegemoetgekomen in de visum kort verblijf procedure.

De rechtbank benadrukt dat de aanvraag voor een mvv en de aanvraag voor een visum kort verblijf twee verschillende procedures zijn met elk hun eigen vereisten. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om het verzoek om proceskostenvergoeding toe te wijzen, omdat er geen sprake is van erkenning van onrechtmatigheid van het oorspronkelijke besluit. De rechtbank wijst het verzoek tot proceskostenvergoeding af, en deze beslissing is gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Awb.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/963

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2021 in de zaak tussen

[verzoekster] , V-nummer [V-nummer] , van Turkse nationaliteit, verzoekster

(gemachtigde: mr. D. Gürses),
en

De Minister van Buitenlandse Zaken, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten.
Verweerder heeft op 29 juni 2021 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.
Op 18 januari 2021 heeft verweerder het verzoek van verzoekster tot afgifte van een visum voor kort verblijf afgewezen. Verzoekster is hiertegen in beroep gegaan.
3. Op 23 juni 2021 heeft verzoekster het beroep ingetrokken, omdat, zoals zij stelt, haar proces-belang in de procedure was komen te vervallen na afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van gezinshereniging. Verzoekster heeft verzocht om vergoeding van de proceskosten.
Beoordeling proceskostenvergoeding
4. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen op grond van artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
5. In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan verzoekster is tegemoetgekomen, kan ingevolge artikel 8:75a Awb het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep.
6. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) volgt dat van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb alleen sprake is als het bestuursorgaan zijn standpunt zodanig heeft herzien dat daarmee eigenlijk wordt erkend dat het oorspronkelijke besluit onrechtmatig was. Volgens de ABRvS is bij intrekking van een besluit vanwege nieuwe feiten en omstandigheden of vanwege nadien verkregen informatie geen sprake van tegemoetkomen.
7. De rechtbank stelt vast dat op 8 februari 2021 de mvv-aanvraag van verzoekster is ingewilligd. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat dit niet betekent dat verweerder verzoekster is tegemoetkomen in de visum kort verblijf procedure of dat wordt erkend dat het bestreden besluit onrechtmatig was. De rechtbank stelt daarbij voorop dat de aanvraag in het kader van gezinshereniging en de aanvraag voor een visum van kort verblijf twee verschillende procedures zijn met ieder andere vereisten. Zo is bij de aanvraag van een mvv niet van belang of er twijfel bestaat over de vraag of verzoekster vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum het grondgebied van de lidstaten verlaat. Dit is bij de aanvraag van een visum voor kort verblijf wel van belang. De rechtbank ziet dan ook geen reden om het verzoek om vergoeding van de proceskosten (rechtsbijstand) toe te wijzen.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek tot proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. O. Veldman, rechter, in aanwezigheid van mr. Z.E.M. van der Maas, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 8 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.
De rechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.