Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die op 29 juli 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring al eerder was getoetst en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere beoordeling rechtvaardigen.
De rechtbank overweegt dat de verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in het kader van de uitzettingsprocedure. De rechtbank wijst erop dat de laissez passer-aanvraag op 11 augustus 2021 naar de Algerijnse autoriteiten is verzonden en dat er op 25 augustus 2021 een rappel is verstuurd. Tevens heeft er op 2 september 2021 een vertrekgesprek met de eiser plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet of dat deze niet gerechtvaardigd is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst zij het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.