Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Poolse vreemdeling. Eiser, die van Poolse nationaliteit is, heeft tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 29 augustus 2021, hield in dat eiser in bewaring werd gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van zijn ongewenstverklaring en dat hij rechtmatig verblijf had, omdat hij niet wist dat hij ongewenst verklaard was. De rechtbank heeft de zaak op 13 september 2021 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring heeft opgelegd vanwege het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft de gronden van de maatregel betwist, maar de rechtbank oordeelde dat de gronden voldoende gemotiveerd waren en dat eiser op de hoogte was van zijn ongewenstverklaring. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en is onderworpen aan hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.