Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 20 augustus 2021 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling ter zitting behandeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen waren voor de maatregel van bewaring, omdat er een significant risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser had betoogd dat hij asiel wilde aanvragen en dat hij zich in andere landen altijd had gemeld bij de autoriteiten. De rechtbank concludeerde echter dat eiser zich niet direct na zijn aankomst in Nederland had gemeld en dat er voldoende gronden waren om aan te nemen dat hij zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook overwogen dat verweerder terecht geen lichter middel had gekozen dan de inbewaringstelling, gezien de omstandigheden van de zaak.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 september 2021, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.