Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep van een Albanese eiseres tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod dat door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.E. Groenenberg, had een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar ontvangen, alsook een maatregel van bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres de Albanese nationaliteit heeft en dat zij op 6 augustus 2021 de bestreden besluiten heeft ontvangen. De rechtbank heeft het beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod geregistreerd onder nummer NL21.13072 en het beroep tegen de maatregel van bewaring onder nummer NL21.12885.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2021 is de eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om aanvullende informatie te verkrijgen over de tolk die tijdens het vertrekgesprek op 11 augustus 2021 is gebruikt. Na het ontvangen van deze informatie heeft de rechtbank besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris terecht een inreisverbod van twee jaar heeft opgelegd, gezien het risico op onttrekking. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, omdat er een risico bestond dat de eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.