Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Egyptische nationaliteit claimt. Eiser is op 20 augustus 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in bewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 30 augustus 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangevoerd dat zijn aanhouding onrechtmatig was en dat er sprake was van een verkapte vreemdelingrechtelijke aanhouding. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser op strafrechtelijke gronden is aangehouden, namelijk voor het niet betalen van een geldboete, en dat er geen sprake was van een verkapte vreemdelingrechtelijke aanhouding.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit of nationaliteit van eiser. Eiser heeft de gronden voor de bewaring betwist, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de zware gronden voldoende gemotiveerd zijn en dat er een significant risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft ook aangevoerd dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel, zoals verblijf in een asielzoekerscentrum, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.