ECLI:NL:RBDHA:2021:16386

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
31 mei 2022
Zaaknummer
NL21.11902
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Afghaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een man van Afghaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 5 augustus 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.C. Pool, en een tolk, S.T. Shah. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins. Tijdens de zitting is de zaak NL21.11901, die samenhangt met het verzoek, ook behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Wel heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 748,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, in aanwezigheid van griffier mr. R.G.A. Beijen, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.11902
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A.C. Pool),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.A.C.M. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NLNL21.11901, op 5 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen S.T. Shah. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is van Afghaanse nationaliteit en is geboren op [2002] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.11901, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de beroepszaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, vast op € 748,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een
waarde per punt van € 748,- en wegingsfactor 1). Verzoeker is weliswaar ook ter zitting verschenen, maar voor de behandeling ter zitting is al een punt toegekend in de bodemzaak.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 748,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
13 augustus 2021

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.