Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een vreemdelingenrechtelijke procedure. Eiser, een Georgische nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is opgelegd. Dit besluit, dat op 7 juli 2021 is genomen, houdt in dat eiser voor de duur van twee jaar een terugkeerverbod is opgelegd, evenals de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft zijn beroep geregistreerd onder de nummers NL21.10966 en NL21.10983. Tijdens de zitting op 12 juli 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. Eiser betwistte de rechtmatigheid van het terugkeerbesluit, stellende dat verweerder op de hoogte was van een lopende verblijfsrechtelijke procedure in Polen. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat hij aan het terugkeerbevel had voldaan, en dat de opgelegde maatregel van bewaring gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, gezien het risico op onttrekking aan het toezicht. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.