Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan de eiser de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 12 juli 2021 is de eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring is opgelegd omdat er een risico bestaat dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de gronden voor de maatregel niet heeft betwist, maar dat de verweerder de lichte grond onder 4e heeft laten vervallen. De eiser heeft aangevoerd dat de verweerder ten onrechte geen navraag heeft gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM) over een eventueel uitzettingsbeletsel, aangezien hij als verdachte van een strafbaar feit is aangehouden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen aanknopingspunten waren voor de conclusie dat er een strafonderzoek loopt en dat de eiser daardoor niet kan worden uitgezet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure, onder andere door een vertrekgesprek te voeren en een vlucht aan te vragen. De beroepsgrond van de eiser is afgewezen, en het beroep is ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.