ECLI:NL:RBDHA:2021:16341
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 13 augustus 2021 is eiser niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Eiser heeft aangevoerd dat hij in Marokko in armoedige omstandigheden leeft en dat hij meerdere malen is opgepakt en mishandeld door de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank heeft overwogen dat het asielrelaas van eiser één relevant element bevat, namelijk zijn identiteit, nationaliteit en herkomst, wat door verweerder als geloofwaardig is aangemerkt. Echter, de rechtbank oordeelt dat Marokko in het algemeen en in het specifieke geval van eiser als een veilig land van herkomst kan worden beschouwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko voor hem persoonlijk geen veilig land van herkomst is. De handelswijze van de Marokkaanse autoriteiten ten aanzien van eiser vond plaats in het kader van zijn pogingen om Marokko te verlaten. De rechtbank heeft ook geen aanknopingspunt gevonden in de verwijzing van eiser naar een resolutie van het Europees Parlement, noch in de stelling dat er geen adequate opvang beschikbaar is voor hem in Marokko.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangemerkt als een precedent in vergelijkbare asielzaken.