Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, en eiser had hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 17 mei 2021 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. Eiser betwistte dat hij op 1 april 2021 met onbekende bestemming was vertrokken en stelde dat hij rechtmatig verblijf had ten tijde van zijn ophouding op 30 april 2021. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende had aangetoond dat eiser geen rechtmatig verblijf meer had en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken, en dat verweerder voldoende voortvarend had gehandeld in de procedure voor overdracht aan Duitsland. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 18 mei 2021.