ECLI:NL:RBDHA:2021:16332

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
NL21.11570, NL21.11581 en NL21.11585
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen op grond van Dublin-overeenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.11570, NL21.11581 en NL21.11585. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. F. van Dijk, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 15 juli 2021 de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling heeft genomen. De reden hiervoor was dat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublin-overeenkomst.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 3 augustus 2021 behandeld, maar de verzoekers zijn niet verschenen. De gemachtigde van de verweerder was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook een andere zaak behandeld, namelijk NL21.11569, NL21.11580 en NL21.11584. De rechtbank heeft in die zaken uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.11570, NL21.11581 en NL21.11585

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekers], verzoekers V-nummers: [v-nummer] , [v-nummer] , [v-nummer]
(gemachtigde: mr. F. van Dijk), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluiten van 15 juli 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoeken, samen met de zaken NL21.11569, NL21.11580 en NL21.11584, op 3 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoekers en hun gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.11569, NL21.11580 en NL21.11584, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
05 augustus 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. P.J.M. Mol M.A.W.M. Engels
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.