ECLI:NL:RBDHA:2021:16330
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een V-nummer heeft, had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 9 juli 2021, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.
De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 3 augustus 2021, maar de verzoeker is niet verschenen. De Staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. J.F.M. van Raak. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL21.11411, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.