Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift van 8 januari 2021;
- de brief van de gemeente van 14 januari 2021, met bijlagen.
2.De beoordeling
- een rechter-commissaris en een oneven aantal deskundigen te benoemen;
- partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de te benoemen deskundigen,
- met de meest mogelijke spoed de dag te bepalen waarop de opneming door de deskundigen van de ligging en gesteldheid van het te onteigenen perceel zal plaatsvinden;
- te bepalen dat de deskundigen een voorlopig oordeel geven over de toe te kennen schadeloosstelling als gevolg van het verlies door onteigening van het perceel;
- een en ander kosten rechtens.
- een zakelijke beschrijving;
- een uitgewerkt plan met uitvoerige kaarten van het werk en met grondtekeningen, waarop de te onteigenen onroerende zaak, met vermelding van de kadastrale aanduiding, is aangewezen;
- een lijst van de te onteigenen onroerende zaak aangeduid met de kadastrale aanduiding met vermelding van:
het verzoek, bedoeld in artikel 54a, kan worden gedaan, zodra de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht heeft plaats gehad en bij het verzoekschrift, in plaats van de in artikel 54a, tweede lid, onder a tot en met d, genoemde stukken en gegevens een afschrift van het koninklijk besluit moet worden overgelegd.