Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- problemen [genootschap] genootschap.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser. De eiser, die problemen ondervond met het Ogboni-genootschap, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van de eiser behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
De eiser heeft verklaard dat hij bedreigd werd door leden van het genootschap na de dood van zijn vader en moeder. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser niet geloofwaardig waren. De informatie die de eiser had verstrekt over de overlijdensdata van zijn ouders was tegenstrijdig met de gegevens in zijn huwelijksakte, waaruit bleek dat zijn ouders in 2015 als getuigen optraden. De rechtbank concludeerde dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn claims te onderbouwen, zoals een geboorteakte of andere documenten die zijn identiteit en de identiteit van zijn ouders konden bevestigen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, omdat de eiser niet had aangetoond dat hij recht had op asiel. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangemerkt als een precedent voor soortgelijke asielzaken waarin de geloofwaardigheid van het asielrelaas centraal staat.