Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiseres en haar minderjarige dochter. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 9 juli 2021 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 14 juli 2021 werd de maatregel van bewaring opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of eiseres recht heeft op schadevergoeding voor de periode dat de maatregel van bewaring van kracht was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring door eiseres niet zijn betwist. Eiseres voerde aan dat verweerder ten onrechte geen lichter middel heeft toegepast en dat haar situatie, waaronder haar medische klachten na een keizersnede en de zorg voor haar minderjarige dochter, niet voldoende is meegewogen. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van eiseres en voldoende gemotiveerd heeft waarom de bewaring noodzakelijk was. De rechtbank concludeerde dat er een significant risico bestond dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken, en dat de medische klachten van eiseres niet leidden tot detentieongeschiktheid.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier T.R. Oosterhoff-Vos, en werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.