Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. E.C.M. Boerboom, griffier.
Rechtbank Den Haag
Op 25 februari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Marokkaanse vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling, eiser, sinds 28 juli 2017 een aanvraag voor een vervangend reisdocument (lp) heeft lopen, waarover al 66 keer schriftelijk is gerappelleerd. Eiser is op 31 oktober 2019 gepresenteerd bij de Marokkaanse autoriteiten, maar er is geen indicatie dat deze autoriteiten zullen overgaan tot de afgifte van het benodigde document. Tijdens een vertrekgesprek op 16 februari 2021 heeft eiser aangegeven niet naar Marokko te willen terugkeren, wat zijn medewerking aan het uitzettingstraject bemoeilijkt.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken overwogen dat als een Marokkaanse vreemdeling aangeeft terug te willen keren, de benodigde documenten doorgaans worden verstrekt. Eiser heeft echter niet aangegeven dat hij bereid is om terug te keren, wat de voortgang van het uitzettingstraject belemmert. De rechtbank concludeert dat de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, voldoende voortvarend heeft gehandeld in het rappelleren van de lp-aanvraag en dat er geen sprake is van het ontbreken van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de maatregel van bewaring in stand blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 25 februari 2021 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.