Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2. Eiser is het niet eens met het besluit. De rechtbank gaat hierna in op de argumenten die hij aanvoert.
3. Eisers heeft verzocht om vrijstelling van betaling van het verschuldigde griffierecht. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij voldoende aangetoond dat hij voldoet aan de voorwaarden voor deze vrijstelling. De rechtbank verleent eiser daarom vrijstelling van de betaling van griffierecht.
4. Eiser betoogt dat hij in de aanvraag- en bezwaarfase diverse bewijzen heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij vóór en na zijn komst naar Nederland in 2019 in sterke mate betrokken was en is bij de opvoeding en verzorging van zijn kinderen. De afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn kinderen is versterkt sinds hij hier is. Uit de stukken blijkt wel dat hij in 2016 en 2017 zijn echtgenote en kinderen financieel heeft ondersteund (overschrijvingsbewijzen van Western Union bank over periode 2016 t/m 2019). Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie kan volgens eiser niet worden afgeleid dat een gezinsband niet kan worden hersteld na een eventuele onderbreking daarvan. In bezwaar heeft eiser een e-mail overgelegd van een docente van de basisschool, waaruit blijkt dat eiser zijn zoon regelmatig van school haalt. De korte en noodzakelijke bezoeken van eiser aan Marokko door het overlijden van zijn vader doen volgens hem aan de afhankelijkheidsband niet af. Eiser verblijft inmiddels 1,5 jaar bij zijn gezin en is bij hen in het Brp ingeschreven. Eiser heeft in beroep nog overgelegd 3 verklaringen van getuigen, een verklaring van een huisarts van 15 maart 2021, een verklaring van een tandarts en een verklaring van een interim begeleider van school van 1 maart 2021.
4.1. Verweerder stelt zich op het standpunt dat een afhankelijkheidsverhouding die nodig is niet aannemelijk is geworden uit hetgeen eiser heeft gesteld en overgelegd.