ECLI:NL:RBDHA:2021:16189
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die Guinese nationaliteit claimt. De maatregel van bewaring was op 4 februari 2021 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarna verweerder op 13 juli 2021 de maatregel heeft opgeheven. De rechtbank heeft in deze uitspraak de vraag behandeld of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van onrechtmatige bewaring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring tot 8 juli 2021 rechtmatig was, maar dat deze daarna onrechtmatig is geworden. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld met betrekking tot zijn uitzetting en dat er geen zicht op uitzetting was. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende stappen heeft ondernomen, maar dat de belangenafweging die leidde tot de opheffing van de maatregel niet goed was gemotiveerd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser recht heeft op schadevergoeding voor de zes dagen dat hij onterecht in bewaring was.
De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 600,-, te betalen door de Staat der Nederlanden, en heeft verweerder tevens veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 748,-. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.