Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Poolse nationaliteit claimt. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 juli 2021 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 21 juli 2021 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode waarin hij in bewaring was gesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht heeft opgelegd, omdat eiser zich niet aan de vertrekplicht heeft gehouden. Eiser had Nederland tijdelijk verlaten, maar was niet daadwerkelijk en effectief uit Nederland vertrokken, wat in strijd is met de Vreemdelingenwetgeving. De rechtbank oordeelde dat de zware gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag lagen, terecht aan eiser zijn tegengeworpen. Eiser heeft niet voldoende aangetoond dat de maatregel onrechtmatig was, en zijn beroep werd dan ook ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.