ECLI:NL:RBDHA:2021:16154

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
19 april 2022
Zaaknummer
NL21.10848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Ebes, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens de zitting op 27 juli 2021, samen met het beroep dat onder zaaknummer NL21.10847 liep. Tijdens deze zitting is vastgesteld dat de rechtbank in een andere uitspraak op dezelfde datum, zaaknummer NL21.10847, al een beslissing had genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.10848
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [v-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. E. Ebes),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 29 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep (zaaknummer NL21.10847) op de zitting van 27 juli 2021 behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun respectieve gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.10847, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
29 juli 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. R.J.A. Schaaf A. Vranken
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.