ECLI:NL:RBDHA:2021:16127

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
13 april 2022
Zaaknummer
C09/61575
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van de beschikking inzake voorschot door de moeder in een familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2021 een verbetering van een eerdere beschikking van 5 november 2021 gedaan. De zaak betreft een verzoek van de moeder, [X], die in een e-mail van 6 november 2021 verzocht om een herstelbeschikking. In de oorspronkelijke beschikking was bepaald dat de moeder een voorschot van € 2.299,- moest betalen binnen drie weken na ontvangst van de factuur van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR). De moeder, die procedeert op basis van gefinancierde rechtsbijstand, gaf aan dat deze bepaling niet correct was. De vader, [Y], heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschikking van 5 november 2021 een kennelijke fout bevatte die eenvoudig te herstellen was. Op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de rechtbank de beschikking verbeterd. De verbetering houdt in dat de zinsnede over het voorschot is vervangen door een bepaling die stelt dat de kosten van het onderzoek voorlopig aan de moeder in debet zullen worden gesteld, hangende de procedure. De rechtbank heeft de beschikking van 5 november 2021 voor het overige gehandhaafd.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters J.C. Sluymer, H.M. Boone en S. van der Harg, bijgestaan door griffier V. van den Hoed-Koreneef, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 november 2021.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 21-4530
Zaaknummer: C/09/614575
Datum verbetering: 15 november 2021

Verbetering van een beschikking

Bijlage bij de beschikking van 5 november 2021, gegeven op 15 november 2021

in de zaak waarin op 5 november 2021 een beschikking is gegeven en uitgesproken, op verzoek van:

[Y]

de vader,
wonende te [woonplaats 1] Gambia,
advocaat: mr. A.J. van Steensel te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[X]

de moeder,
wonende te [woonplaats 2]
advocaat: mr. Y.M. Schrevelius te Rotterdam (voorheen: mr. E.J.W.F. Deen).

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de e-mail van 6 november 2021 van de zijde van de moeder.

Verzoek en verweer

In voornoemde e-mail wordt verzocht om een herstelbeschikking, omdat in de beschikking van 5 november 2021 is bepaald dat de moeder een voorschot ter grootte van € 2.299,- dient te voldoen binnen drie weken na ontvangst van de factuur van het LDCR, terwijl de moeder procedeert op basis van gefinancierde rechtsbijstand.
De vader is in de gelegenheid gesteld te reageren op voormeld verzoek. Hij heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek.

Beoordeling

Nu gebleken is dat de beschikking van 5 november 2021 een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare fout bevat, dient die beschikking op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te worden verbeterd zoals hierna weergegeven.

Beslissing

De rechtbank:
verbetert voormelde beschikking van 5 november 2021 in die zin dat in het dictum de zinsnede:
“bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden pas behoeft aan te vangen nadat de moeder een voorschot ter grootte van € 2.299,--. ter voldoening van het genoemde voorschot zal de moeder een factuur ontvangen van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR); de moeder dient het factuurbedrag binnen drie weken na ontvangst van deze factuur te voldoen;”
wordt vervangen door:
“bepaalt dat hangende de procedure het ten laste van ’s-Rijks kas betaalde deel van de kosten van het onderzoek voorlopig aan de moeder in debet zal worden gesteld;”
handhaaft de beschikking van 5 november 2021 voor het overige.
De beschikking van 5 november 2021 is hersteld door mrs. J.C. Sluymer, H.M. Boone en S. van der Harg, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 november 2021.