ECLI:NL:RBDHA:2021:16119
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en overdracht onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De reden hiervoor was dat Spanje, op basis van de Dublinverordening, verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij medische behandeling nodig heeft voor zijn gebit en dat hij vreest dat de overdracht naar Spanje voor deze behandeling zal plaatsvinden.
De rechtbank heeft de zaak op 13 juli 2021 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat de verantwoordelijkheid van Spanje voor de asielaanvraag niet ter discussie staat, en dat de Spaanse autoriteiten hebben ingestemd met deze verantwoordelijkheid. Eiser heeft medische informatie overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat zijn gezondheidstoestand zo ernstig is dat dit een belemmering vormt voor de overdracht.
De rechtbank concludeert dat de medische behandelmogelijkheden in Spanje vergelijkbaar zijn met die in Nederland, en dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser in Spanje niet de benodigde zorg kan krijgen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.