In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Pakistaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Slovenië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij onder druk een asielaanvraag in Slovenië heeft ingediend en dat hij daar gedetineerd is geweest.
Tijdens de zitting op 20 januari 2021 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet heeft aangetoond dat zijn asielaanvraag onder druk is ingediend en dat Slovenië zijn internationale verplichtingen nakomt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verantwoordelijkheid van Slovenië voor de behandeling van de asielaanvraag vaststaat, aangezien Nederland een terugnameverzoek heeft gedaan dat door Slovenië is geaccepteerd.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over detentie en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Slovenië opnieuw in detentie zal worden geplaatst. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.