Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
] is aangenomen als teamleider van de [functie] . Bij aanvang zijn er duidelijke afspraken geweest met betrekking haar rol en het begeleiden van haar medewerkers. Om alle medewerkers van de verschillende niveaus goed te kunnen inwerken is het van belang dat [werkneemster] op het zelfde kennisniveau komt als haar collega teamleiders om haar team goed te kunnen begeleiden. Dit betekent voor de korte termijn dat zij bevoegd en bekwaamd is op haar eigen opleidingsniveau . De organisatie is in ontwikkelen en er wordt steeds meer van ons en de medewerkers verwacht op het niveau van kwaliteit van zorg. Dit betekent dat de organisatie ook van [werkneemster] verwacht dat ook zij zich verder ontwikkeld om aan de kwaliteit normen te kunnen voldoen. Er wordt haar vanuit de organisatie een opleiding voor verpleegkundige niveau 4 aangeboden.
respecteer [werkneemster] dr keuze en vind tegelijkertijd ook dat [werkneemster] voor zichzelf hier een conclusie aan moet hangen. Er bewust voor kiezen om je niet verder te willen ontwikkelen kan consequentie hebben voor het uitvoeren je functie.”
Spreekuurconsult 30-06-2021:
[werkneemster] geeft aan dat ze teleurgesteld is over het verloop van het jaargesprek en de besproken punten tijdens het jaargesprek als onredelijk heeft ervaren. Tevens geeft ze aan dat ze er wat achterdochtig door is geworden. (…)
3.Het verzoek en verweer
4.De beoordeling
na het gesprek van 3 juni is bij mij het vertrouwen verdwenen”. Tegelijkertijd kan de kantonrechter niet vaststellen dat er door het functioneringsgesprek van 3 juni 2021 al sprake was van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. [werkneemster] en [betrokkene 1] werkten nog samen. Zo hebben ze op 24 juni 2021 nog een Q-gesprek gehad. [werkneemster] heeft over dat gesprek gesteld dat partijen nog normaal met elkaar omgingen en dat er nog werd gelachen en grapjes werden gemaakt. Er was, volgens [werkneemster] , op dat moment geen verstoorde arbeidsrelatie. Uit het gespreksverslag van 16 juli 2021 volgt evenmin dat op dat moment de arbeidsverhouding onherstelbaar was beschadigd. [betrokkene 1] heeft in dat gesprek gezegd dat het doel was om [werkneemster] te laten terugkeren in haar huidige functie. Ook [werkneemster] heeft over dat gesprek gesteld dat beide partijen er uit wilden komen. Tegelijkertijd was het wantrouwen bij [werkneemster] na het functioneringsgesprek van 3 juni 2021 zo groot dat zij naar aanleiding van dat gesprek heeft besloten om verdere gesprekken met [betrokkene 1] heimelijk op te nemen. Tijdens het gesprek van 24 augustus 2021 zijn de gemoederen opgelopen. Toen heeft [werkneemster] , naar eigen zeggen, kenbaar gemaakt dat ze een klacht had ingediend tegen (onder meer) [betrokkene 1] . Ook heeft ze [betrokkene 1] ermee geconfronteerd dat [betrokkene 1] tijdens eerdere gesprekken bepaalde uitspraken had gedaan, die erop neer komen dat als [werkneemster] een bepaalde opleiding niet zou halen (niveau 4), partijen afscheid van elkaar moesten nemen. Toen [betrokkene 1] dat ontkende, heeft [werkneemster] haar ermee geconfronteerd dat de eerdere gesprekken waren opgenomen en dat [betrokkene 1] wel degelijk dergelijke uitspraken had gedaan. Dit was volgens [werkneemster] aanleiding voor [betrokkene 1] om het gesprek te beëindigen. Toen duidelijk werd dat er heimelijke opnames waren gemaakt, was een voortzetting van het dienstverband niet meer mogelijk wat betreft Eykenburg. De kantonrechter concludeert dan ook dat de arbeidsverhouding tussen [werkneemster] en Eykenburg duurzaam verstoord is geraakt na het gesprek van 24 augustus 2021.
deze praktijken van [betrokkene 1] kunnen maar doorgaan want er is niemand die haar stopt, een voor mij onbegrijpelijk fenomeen. Ze maakt mensen letterlijk kapot (…). Nee meneer de rechter dit is niet in de haak, vanaf de dag dat ik ziek ben word ik gestalkt, bedreigd, geïntimideerd, ze blokkeert mij letterlijk in alle systemen (…). Ze laat een valse verklaring opstellen over zichzelf door de advocaten, die ze zelf niet eens ondertekend (want een verklaring zonder enige spelfouten doet vermoeden dat [betrokkene 1] deze niet zelf heeft opgesteld) (…) Niemand maar dan ook niemand zou zo de kans moeten krijgen een ander geestelijk en financieel zo kapot proberen te maken, want dit gaat helemaal niet over zogenaamd “slecht functioneren” dit gaat over elimineren (…).” Ook [betrokkene 1] heeft een verklaring opgesteld ten behoeve van de mondelinge behandeling. Daarin heeft ze vermeld dat [werkneemster] er volgens haar potje van heeft gemaakt en niet de wil heeft om aan de problemen te werken. Ze komt afspraken niet na en ze legt de problemen buiten zichzelf. Zeker nu [werkneemster] de gesprekken stiekem heeft opgenomen, komt ze er niet meer in, aldus [betrokkene 1] met zoveel woorden. Op basis van deze verklaringen van partijen en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, komt de kantonrechter tot de conclusie dat sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding tussen [werkneemster] en [betrokkene 1] .
€ 160.000,00. Daaraan heeft ze ten grondslag gelegd dat Eykenburg ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dat die handelwijze de verstoorde arbeidsverhouding tot gevolg heeft gehad. Naar de kern genomen heeft [werkneemster] daaraan het volgende ten grondslag gelegd. Vanaf het eerste functioneringsgesprek is door [betrokkene 1] aangestuurd op een afscheid. De aangebrachte punten over het functioneren van [werkneemster] zijn uitsluitend aangevoerd om druk te zetten om tot een einde van de arbeidsrelatie te komen. [betrokkene 1] heeft het volgen van een opleiding met niveau 4 als breekpunt gepresenteerd, terwijl ze wist dat [werkneemster] die opleiding op korte termijn niet kon doen. [betrokkene 1] reageerde voorts ongepast toen [werkneemster] zich ziek meldde door geen medeleven te tonen en druk te zetten om overeenstemming te bereiken over de opleiding verpleegkundige niveau 4. Tijdens het gesprek van 16 juli 2021 werd afgesproken om het gesprek na de vakanties van betrokkenen voort te zetten, maar waarschijnlijk was dat omdat er iemand van [functie] bij het gesprek aanwezig was en [betrokkene 1] redelijk wilde overkomen. Bij het gesprek van 24 augustus 2021, toen [werkneemster] mededeelde dat ze eerdere gesprekken had opgenomen, heeft [betrokkene 1] direct aangegeven juridisch advies in te winnen en is [werkneemster] het pand uitgezet. Door Eykenburg is aangestuurd op een afscheid. Er is niet getracht de verhouding tussen [werkneemster] en [betrokkene 1] te repareren. Als er al sprake zou zijn van disfunctioneren, dan is aan [werkneemster] geen reële kans geboden tot verbetering, aldus [werkneemster] .
5.De beslissing
€ 2.383,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 maart 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;