ECLI:NL:RBDHA:2021:15905
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandeling stellen aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 8 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser van Malinese nationaliteit die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend. De aanvraag was op 23 april 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld, met de bepaling dat de eiser Nederland onmiddellijk moest verlaten en een inreisverbod voor twee jaar kreeg opgelegd. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van één week op 23 april 2021 is gaan lopen, en dat het beroep pas op 22 mei 2021 is ingediend, wat buiten de termijn valt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, aangezien het de verantwoordelijkheid van de eiser was om de stand van zaken omtrent zijn aanvraag te volgen. Eiser had geen contact opgenomen met zijn advocaat en was met onbekende bestemming vertrokken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eiser in verzuim is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier A.M. Slierendrecht, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.