ECLI:NL:RBDHA:2021:15902
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.G. Nicholson
- N.R. Hoogenberk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet 2000 na uitzetting naar Frankrijk
In deze zaak heeft eiseres, een Iraanse vrouw geboren in 1994, op 5 januari 2021 een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 11 januari 2021 afgewezen, met de motivatie dat eiseres, gezien haar medische situatie, in staat zou zijn om naar Frankrijk te reizen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
Voordat de zitting plaatsvond, heeft de Staatssecretaris op 18 februari 2021 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening als hangende het beroep werd beschouwd. De rechtbank heeft partijen toestemming gegeven om zonder zitting uitspraak te doen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres op 20 mei 2021 naar Frankrijk is uitgezet, waardoor zij geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van haar beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de beoordeling van artikel 64 van de Vreemdelingenwet uitsluitend betrekking heeft op uitzetting vanuit Nederland. Aangezien eiseres niet meer in Nederland verblijft, kan zij met dit beroep niet meer bereiken dat haar uitzetting wordt tegengehouden.
De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 14 juni 2021.