ECLI:NL:RBDHA:2021:15899
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit van vreemdeling ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Georgische vreemdeling, had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend, welke was afgewezen. Na een eerdere afwijzing van zijn bezwaren, werd op 28 juli 2020 een terugkeerbesluit opgelegd, waarin eiser werd verplicht om binnen 28 dagen de Europese Unie te verlaten. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De rechtbank overweegt dat eiser procesbelang heeft bij zijn beroep, maar dat het terugkeerbesluit terecht is opgelegd, aangezien hij langer dan drie maanden in de EU verbleef zonder rechtmatig verblijf. Eiser heeft geen aanvraag ingediend voor verlenging van de vertrektermijn en zijn beroep op het vertrouwensbeginsel is niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om van het terugkeerbesluit af te zien, ook niet vanwege persoonlijke omstandigheden van eiser. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 april 2021.