Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een eiser van Egyptische nationaliteit. De eiser was op 27 mei 2021 in bewaring gesteld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, na een periode van strafrechtelijke detentie. Eiser stelde dat de Staatssecretaris de inspanningsverplichting had geschonden door geen verwijderhandelingen te verrichten tijdens zijn detentie, waardoor hij eerder asiel had kunnen aanvragen. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris op de hoogte was van de detentie en dat er geen handelingen waren verricht om de eiser uit te zetten. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris had gehandeld in strijd met de inspanningsverplichting, maar dat deze schending niet leidde tot onrechtmatigheid van de bewaring, omdat de belangenafweging in het voordeel van de Staatssecretaris uitviel. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de bewaring voldoende waren, ondanks de argumenten van de eiser dat hij meewerkte aan de vaststelling van zijn identiteit en dat er geen onttrekkingsgevaar was. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.