ECLI:NL:RBDHA:2021:15737

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 mei 2021
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
NL21.5864 en NL21.6159
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Roemenië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op de verzoeken van de verzoekers, die asiel aanvroegen in Nederland. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R.P.M. Ngasirin, hebben een voorlopige voorziening gevraagd nadat hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waren afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van hun asielaanvragen.

De zitting vond plaats op 4 mei 2021, waarbij de verzoekers en hun gemachtigde niet aanwezig waren. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. F.F.M. van de Kamp. Tijdens de zitting werd ook de behandeling van andere zaken, NL21.5863 en NL21.6153, besproken. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op deze zaken geoordeeld, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol en is op 6 mei 2021 bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.5864 en NL21.6159
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker], verzoeker, en
[verzoekster], verzoekster,
V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
mede namens hun minderjarige kinderen:
[A], V-nummer: [V-nummer 3]
[B]V-nummer: [V-nummer 4] en
[C], V-nummer: [V-nummer 5] , hierna gezamenlijk: verzoekers (gemachtigde: mr. R.P.M. Ngasirin),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. F.F.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluiten van 15 april 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken NL21.5863 en NL21.6153, plaatsgevonden op 4 mei 2021. De gemachtigde van verzoekers heeft laten weten dat verzoekers en hij niet bij de zitting aanwezig zullen zijn. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.5863 en NL21.6153, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff-Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
06 mei 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. P.J.M. Mol T.R. Vos
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.