Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiseres] , geboren op [geboortedatum 2] 1998,V-nummer: [V-nummer 2]
beiden van Albanese nationaliteit, eisers
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de terugkeerbesluiten en inreisverboden die aan twee Albanese vreemdelingen zijn opgelegd. De eisers, geboren in 1993 en 1998, verbleven onrechtmatig in Nederland en hadden de intentie om door te reizen naar Engeland. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op goede gronden een terugkeerbesluit had opgelegd, omdat de eisers niet voldeden aan de voorwaarden van de Schengengrenscode. De rechtbank stelde vast dat er een risico bestond dat de eisers zich aan het toezicht zouden onttrekken, waardoor hen een vertrektermijn werd onthouden. De eisers voerden aan dat zij rechtmatig in Nederland verbleven, maar de rechtbank oordeelde dat hun argumenten niet opgingen. De rechtbank concludeerde dat de zwangerschap van de eiseres niet als bijzondere omstandigheid kon worden aangemerkt, aangezien dit niet tijdig was aangevoerd. De beroepen van de eisers werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 8 april 2021 en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.