Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , met v-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. A. Hol),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Georgische nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 24 november 2020 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is en dat de verweerder onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting. Hij heeft ook gesteld dat hij beschikt over een geldig paspoort en terug wil keren naar Georgië, maar dat de escortering door de Koninklijke Marechaussee (KMar) momenteel niet mogelijk is vanwege coronamaatregelen. De rechtbank heeft overwogen dat de coronamaatregelen slechts tijdelijke belemmeringen vormen en dat er geen aanwijzingen zijn dat de uitzetting niet binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en geoordeeld dat de maatregel van bewaring rechtmatig is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om de maatregel van bewaring op te heffen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is bekendgemaakt op 4 februari 2021.