ECLI:NL:RBDHA:2021:15544

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
C/09/618542 / KG ZA 21-914
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een anti anti-suit injunction in kort geding tussen Ericsson en Apple c.s.

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2021 een vonnis gewezen in een kort geding tussen de rechtspersoon naar vreemd recht TELEFONAKTIEBOLAGET LM ERICSSON, eiseres, en meerdere gedaagden, waaronder APPLE RETAIL NETHERLANDS B.V., APPLE BENELUX B.V., APPLE INC., APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL en APPLE SALES INTERNATIONAL LTD. De eiser, Ericsson, is een toonaangevende leverancier van telecommunicatietechnologie en houdt een uitgebreide octrooiportefeuille met standaard essentiële octrooien (SEPs) voor de 4G en 5G standaarden. De eiser vorderde een provisionele voorziening in kort geding, omdat zij vreesde dat Apple een wereldwijde anti-suit injunction (ASI) zou indienen, die Ericsson zou verbieden om haar octrooirechten te handhaven.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende spoed is om de gevorderde anti anti-suit injunction (AASI) toe te wijzen. Dit houdt in dat de gedaagden, Apple c.s., met onmiddellijke ingang worden verboden om te interfereren met het aanhangig maken of voortzetten van procedures door Ericsson op basis van haar 4G en 5G octrooien. De voorzieningenrechter heeft de gedaagden ook gelast om aan dit verbod te voldoen, op straffe van een dwangsom van € 10.000.000,- voor iedere overtreding, vermeerderd met € 1.000.000,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 100.000.000.

De rechtbank heeft bepaald dat de dagvaarding uiterlijk op 4 oktober 2021 betekend moet worden en dat de mondelinge behandeling op 8 oktober 2021 zal plaatsvinden via video-conferentie. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters E.F. Brinkman en D. Nobel.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/618542 / KG ZA 21-914
Vonnis in kort geding van 4 oktober 2021
in de provisionele voorziening in de zaak van
rechtspersoon naar vreemd recht
TELEFONAKTIEBOLAGET LM ERICSSON,
gevestigd te Stockholm, Zweden,
eiseres,
advocaat mr. W.J.G. Maas te Eindhoven,
tegen

1.APPLE RETAIL NETHERLANDS B.V.,

te Amsterdam,
2.
APPLE BENELUX B.V.,
te Amsterdam,
3. de rechtspersoon naar vreemd recht
APPLE INC.,
te Cupertino, CA 95014, Verenigde Staten van Amerika,
4. de rechtspersoon naar vreemd recht
APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL, te Cork, Ierland,
5. de rechtspersoon naar vreemd recht
APPLE SALES INTERNATIONAL LTD,
te Cork, Ierland,
gedaagden.
Partijen zullen hierna Ericsson en Apple c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de (concept)dagvaarding, tevens houdende verzoek tot het treffen van een onmiddellijke provisionele voorziening hangende het kort geding, met de aanbiedingsbrief van 29 september 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis voor de provisionele vordering bepaald.
2. De feiten [1]
2.1.
Ericsson is leverancier van telecommunicatie netwerken en een toonaangevende wereldwijde leverancier op het gebied van telecommunicatietechnologie. Ericsson is houdster van een uitgebreide octrooiportefeuille met daarin veel standaard essentiële octrooien (SEPs) met betrekking tot de zogenaamde 4G (ook wel LTE genoemd) en 5G (ook wel NR genoemd) standaarden. Ericsson houdt ook octrooien die betrekking hebben op andere relevante standaarden, zoals voor video.
2.2.
Apple verhandelt mobiele apparaten die gebruik maken van de 4G en/of 5G standaarden. Apple maakt momenteel gebruik van Ericssons SEPs onder een FRAND licentie van Ericsson, maar deze licentie zal aflopen in januari 2022. Weliswaar zijn er tussen Ericsson en Apple discussies over de vernieuwing van deze FRAND licentie, maar daarin moet nog voortgang worden gemaakt.
2.3.
Ericsson vreest dat Apple c.s. een wereldwijde anti-suit injunction (ASI) zal aanspannen tegen haar, waarbij het Ericsson tevens zou worden verboden om een zogenaamde anti-ASI (AASI) te vorderen.
2.4.
Ericsson zal onder meer de Nederlandse rechter (overeenkomstig nagenoeg gefinaliseerde concepten van dagvaardingen) vragen om nu al te bevestigen dat de octrooien waar zij zich op beroept inderdaad geldig en essentieel zijn voor de 4G en/of 5G standaarden.

3.Het geschil

3.1.
Ericsson vordert provisioneel het volgende:
1.
(a)Primair: Apple c.s. ieder afzonderlijk en gezamenlijk te verbieden om, met onmiddellijke ingang na het in deze te wijzen tussenvonnis en totdat in de onderhavige kortgedingprocedure een eindvonnis is gewezen, waar dan ook ter wereld te interfereren met het aanhangig maken of voortzetten van procedures en/of executeren van vonnissen door Ericsson jegens Apple c.s. op grond van Ericssons 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien (ongeacht of deze verbodsvorderingen omvatten), waarbij de strekking van het verbod zich (onder meer) richt tegen het verzoeken door gedaagden van (een) (wereldwijde) anti-suit injunction(s) bij (een) buitenlandse rechter(s);
(b)Subsidiair: Apple c.s. ieder afzonderlijk en gezamenlijk te verbieden om, met onmiddellijke ingang na het in deze te wijzen tussenvonnis en totdat in de onderhavige
kortgedingprocedure een eindvonnis is gewezen, waar dan ook ter wereld te interfereren met het aanhangig maken of voortzetten van procedures en/of executeren van vonnissen
door Ericsson jegens gedaagden op grond van Ericssons 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien (ongeacht of deze verbodsvorderingen omvatten) in de Lidstaten van de Europese Unie en de Lidstaten bij het Verdrag van Lugano, waarbij de strekking van het verbod zich (onder meer) richt tegen het verzoeken door Apple c.s. van (een) anti-suit injunction(s) bij (een) buitenlandse rechter(s) en welke anti-suit injunction(s) (onder meer) geld(t)(en) voor de Lidstaten van de Europese Unie en de Lidstaten bij het Verdrag van Lugano;
(c)Meer subsidiair: Apple c.s. ieder afzonderlijk en gezamenlijk te verbieden om, met
onmiddellijke ingang na het in deze te wijzen tussenvonnis en totdat in de onderhavige
kortgedingprocedure een eindvonnis is gewezen, waar dan ook ter wereld te interfereren
met het aanhangig maken of voortzetten van procedures en/of executeren van vonnissen door Ericsson jegens Apple c.s. op grond van Ericssons 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien (ongeacht of deze verbodsvorderingen omvatten) in Nederland, waarbij de strekking van het verbod zich (onder meer) richt tegen het verzoeken door Apple c.s. van (een) anti-suit injunction(s) bij (een) buitenlandse rechter(s) en welke anti-suit injunction(s) (onder meer) geld(t)(en) voor Nederland;
2.
Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair: Apple c.s. ieder afzonderlijk en gezamenlijk, met onmiddellijke ingang na het in deze te wijzen tussenvonnis en voor de
duur van de onderhavige procedure, te verbieden (een) (wereldwijde) anti-suit injunction(s) verkregen bij (één of meer) buitenlandse rechter(s), inhoudende dat het Ericsson wordt verboden (waar dan ook ter wereld) (één of meer van) haar 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien jegens Apple c.s. te handhaven, waar dan ook ter wereld, althans in de Europese Unie, althans in Nederland, te doen executeren totdat in de onderhavige kortgedingprocedure een eindvonnis is gewezen;
3.
(a)Primair: Apple c.s. hoofdelijk te gelasten aan het verbod onder 1 en/of 2 te voldoen, op
straffe van een dwangsom voor iedere overtreding dan wel niet-nakoming van het verbod
van € 10.000.000,- te vermeerderen met € 1 .000.000,- voor iedere dag - een gedeelte van
een dag tot een gehele gerekend - dat de overtreding dan wel niet-nakoming voortduurt,
althans ter hoogte van een bedrag door U.E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te
bepalen;
(b)Subsidiair: Apple c.s. hoofdelijk te gelasten aan het verbod onder 1 en/of 2 te voldoen,
op straffe van een dwangsom die gelijk is aan de dwangsommen c.q. boetes die Ericsson
verbeurt, door waar dan ook ter wereld, althans in de Europese Unie, althans in Nederland jegens Apple c.s. sub 1 tot en met 5 inbreukprocedures inhoudende verbodsvorderingen op grond van haar 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien aanhangig te maken en/of voort te zetten voordat een eindvonnis in de onderhavige procedure is gewezen;
3.2.
Deze provisie wordt thans beoordeeld gelet op de bijzondere spoed zonder tegenspraak.
Op 8 oktober a.s. om 10.00 uurzal Apple c.s. de mogelijkheid worden geboden verweer tegen de provisionele vordering te voeren via een digitale zitting. Beide partijen hebben daarbij 15 minuten pleittijd en 5 minuten voor re- en dupliek. De hoofdzitting in dit kort geding zal worden bepaald op
18 november a.s. om 10.00 uur. Verlof tot verkorting van de dagvaardingstermijn wordt bij deze verleend. Beide zijden krijgen daarbij 30 minuten pleittijd en 10 minuten re- en dupliek. De producties dienen uiterlijk op 5 oktober 2021 van de zijde van eiseres en op 2 november 2021 van de zijde van gedaagden te worden ingediend, waarbij gedaagden indien gewenst tevens een conclusie van antwoord kunnen nemen.Naar alle waarschijnlijkheid zal ook die mondelinge behandeling digitaal verlopen. Nadere instructies volgen.
De dagvaarding zal uiterlijk op 4 oktober 2021 voor 18.00 uur moeten worden betekend (tegelijk met of voorafgaand aan dit vonnis).

4.4. De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter vindt in dit stadium, gelet op de gestelde grote spoed, aanleiding om bij wege van bevriezende maatregel vooralsnog het onder 1 meer subsidiair sub c en onder 3 sub a primair provisioneel gevorderde toe te wijzen, zulks met gelding tot en met 8 oktober 2021 en onder voorwaarde dat de dagvaarding voorafgaand of tegelijk met dit vonnis wordt betekend en de procedure aanhangig wordt gemaakt. De voorzieningenrechter acht het meer of anders gevorderde voorshands niet toewijsbaar omdat dit ziet op buiten Nederland gelding hebbende octrooien waarvoor andere (buitenlandse) rechters (mede) bevoegd zijn. Ericsson heeft voorts concreet gesteld de zaken over haar in Nederland gelding hebbende octrooien alhier aanhangig te zullen maken.
4.2.
De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd als volgt.
4.3.
Deze zaak zal, mits Apple c.s. verschijnt, voor het overige op tegenspraak worden gevoerd. De voorzieningenrechter zal daarom op dit moment nog geen uitspraak doen over zijn relatieve en internationale bevoegdheid, omdat niet duidelijk is of daarop verweer zal worden gevoerd. Indien Apple c.s. immers verschijnen zonder de bevoegdheid te betwisten, zal de voorzieningenrechter zowel relatief als internationaal bevoegd zijn.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt gedaagden ieder afzonderlijk en gezamenlijk om, met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis en van de kort geding dagvaarding conform het ingediende concept, met gelding tot 8 oktober 2021, waar dan ook ter wereld te interfereren met het aanhangig maken of voortzetten van procedures en/of executeren van vonnissen door Ericsson jegens Apple c.s. op grond van Ericssons 4G en/of 5G standaard essentiële octrooien en/of andere octrooien (ongeacht of deze verbodsvorderingen omvatten) met gelding in Nederland, waarbij de strekking van het verbod zich (onder meer) richt tegen het verzoeken door gedaagden van (een) anti-suit injunction(s) bij (een) buitenlandse rechter(s) en welke anti-suit injunction(s) (onder meer) geld(t)(en) voor Nederland;
5.2.
gelast gedaagden hoofdelijk aan het verbod onder 5.1 te voldoen, op straffe van een dwangsom voor iedere overtreding van het verbod van € 10.000.000,- te vermeerderen met € 1.000.000,- voor iedere dag - een gedeelte van een dag tot een gehele gerekend - dat de overtreding dan wel niet-nakoming voortduurt, een en ander tot een maximum van € 100.000.000;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
bepaalt dat partijen op 8 oktober 2021 om 10.00 uur kunnen verschijnen op een mondelinge behandeling via video-conferentie ter verdere behandeling van de provisionele vordering;
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman en in het openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel op 4 oktober 2021.

Voetnoten

1.Deze feiten zijn voorshands noodzakelijkerwijs enkel gebaseerd op de stellingen van Ericsson.