ECLI:NL:RBDHA:2021:15529

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2021
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
NL21.2286
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak in beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.G. Wiebes, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen, beroep ingesteld. Daarnaast verzocht verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 2 maart 2021, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, Z. Rashid. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J. Visschers.

De voorzieningenrechter overwoog dat in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL21.2285, reeds op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.2286
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [v-nummer] (gemachtigde: mr. J.G. Wiebes),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

In het besluit van 15 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL21.2285, plaatsgevonden op 2 maart 2021. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen Z. Rashid. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.2285, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
05 maart 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. J.J. Catsburg S. Westerhof
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.