ECLI:NL:RBDHA:2021:15529
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak in beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.G. Wiebes, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen, beroep ingesteld. Daarnaast verzocht verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 2 maart 2021, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, Z. Rashid. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J. Visschers.
De voorzieningenrechter overwoog dat in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL21.2285, reeds op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.